Rubáiyát

Rubáiyát.
In: Delftsche studenten-almanak voor het jaar negentienhonderd negen en veertig. Delft : Delftsche Uitgevers Maatschappij, 1948. pp. 352-353.

Rubáiyát

Luister weer, want eens, toen het eind van ’t bal
Was aangekondigd met een laatst geschal,
Stond ik alleen met – paren om me heen –
En zag de hoop der liefde overal.

En ach, hoe vreemd, een ieder ziet
Hoe enk’len spreken slechts, de meesten niet;
Zij dwalen stom in eigen dromen om.
En vinden noch de liefde noch haar lied.

Eén hoorde ik zeggen: „De liefde is als ’t aardse slijk –
De ene denkt zich arm, de ander rijk –
Maar zeer gewis, als ’t eind er is,
Zijn leven, liefde en geluk aan nul gelijk.”

Een ander zei: „Waarom zou Hij die liefde schiep,
En al zijn kinderen tot die liefde riep,
Dan ineen gril vernietigen,
Omdat niet ieder volgens schema liep.”

Toen hoorde ik ineen hoek: „Men zegt
Dat ieder wordt getest op goed en slecht;
Maar ach – leef, heb lief en lach –
Het is een goede God en alles komt wel recht.”

Met een zucht zei plots een oude klant:
„Het bloed is in mijn aderen zwaar verzand –
Maar vul me met de oude liefdesdrank.
En ik herstel, geloof ik, hand over hand.”

Zo wentelde elk in zijn eigen plas
Van eigen wijn die namaak was –
En hoopte op een enkele drop
Van de Nectar uit het Grote Glas.

Vrij naar: „Rubaiyat” – Omar Khayyam.

Woestijn waar ik dit paradijs aan dank – Claes vertaalt FitzGerald vertaalt Chajjaam

Woestijn waar ik dit paradijs aan dank – Claes vertaalt FitzGerald vertaalt Chajjaam. B. Crucifix.
Filter 21 (2014) 2, p. 7-19.

Paul Claes is a notorious Flemish translator, most famous for his translations of classic and modernist texts; but he is also a novelist and a poet, a critic and a scholar. This article examines how translation and writing interconnects in Claes’s translations and pastiche of Edward FitzGerald’s (free) translation of the Rubaiyat of Omar Khayyam. Because of a cultural difference in legal status and representation, translating and writing are often considered to be strictly separate activities, establishing a hierarchical distinction between ‘creative’ and ‘derivative’ modes.

Bibliografie

Bibliografie. J. Coumans.
Boekenwereld 13 (1997) nr. 3 (mrt.), p. 130-144

Annotated list of Dutch translations

Omar Chajjâm

Omar Chajjâm. J.H. Kramers.
In: J.H. Kramers. Analecta Orientalia. Leiden, Brill, 1954. pp. 306-330

Discusses the Dutch translations of the rubáiyát by Leopold and Boutens and their sources, preceeded by an general introduction on Khayyam.